Naar inhoud springen

John Lennon

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
John Lennon
John Lennon in 1969
John Lennon in 1969
Algemene informatie
Volledige naam John Winston Ono Lennon
Geboortenaam John Winston Lennon
Geboren 9 oktober 1940
Geboorteplaats Liverpool
Overleden 8 december 1980
Overlijdensplaats Vlag van Verenigde Staten New York
Land Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk
Werk
Jaren actief 1957-1975, 1980
Genre(s) Rock, pop, experimentele muziek
Beroep Zanger-muzikant
Instrument(en) Gitaar, harmonica, piano, orgel, percussie, basgitaar
Officiële website
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) Last.fm-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Bekende instrumenten
Epiphone Casino
Rickenbacker 325
Actief geweest in The Beatles
Functie(s) Gitarist, zanger
In deze formatie 1960-1969
Inactief vanwege Opgestapt
Handtekening
Handtekening
Portaal  Portaalicoon   Muziek

John Winston Ono Lennon (geboren als John Winston Lennon), (Liverpool, 9 oktober 1940New York (New York), 8 december 1980) was een Britse popmusicus en -componist, vredesactivist en oprichter van de Liverpoolse popgroep The Quarrymen, die na enkele wijzigingen in de bezetting evolueerde tot de wereldwijd succesvolle The Beatles. Samen met Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr had Lennon met deze band niet alleen groot commercieel succes, maar ook een belangrijke en richtinggevende rol in de popmuziek.

Nog voor het einde van The Beatles richtte Lennon samen met zijn tweede vrouw Yoko Ono de Plastic Ono Band op. Hij was toen al een van de belangrijkste gezichten van de hippiebeweging. Behalve door zijn muzikale bijdragen werd Lennon ook bekend door zijn politieke en levensbeschouwelijke stellingname als vredesactivist en vrijdenker, in zijn muziek, zowel als lid van The Beatles, met de Plastic Ono Band, als solo-artiest: met name met de nummers Give Peace a Chance, Power to the People, Happy Xmas (War is over) en Imagine.

Geboorte en afkomst

[bewerken | brontekst bewerken]

Lennon werd op 9 oktober 1940 als John Winston Lennon geboren in een kraaminrichting aan Oxford Street te Liverpool als enig kind van de steward Alfred Lennon en Julia Stanley.[1] De familienaam van Lennon komt van Ó Leannáin of Ó Lionnáin, een veel voorkomende naam in de Ierse graafschappen Fermanagh en Galway. Lennons in Dublin geboren Ierse grootvader Jack Lennon had een groot deel van zijn leven in de Verenigde Staten gewoond en had zich teruggetrokken en was naar Liverpool verhuisd, waar Fred geboren werd. Toen Fred negen was, in 1921, overleed zijn vader, waardoor hij tot zijn vijftiende in een weeshuis opgroeide.[2] Lennons moeder Julia kwam volgens een van haar vier zusters, Mimi, uit een individualistische familie met een moeder die haar afkeer van conventies op haar kinderen overdroeg. De familie behoorde tot de kleinere middenstand en voelde zich verheven boven Fred Lennon, met wie Julia desondanks in december 1938 trouwde.[3]

Fred was vaak maanden op zee en was na een kort verblijf aan wal ook op zee toen Julia in de zomer van 1940 zwanger bleek te zijn. Fred bleef geld zenden voor haar onderhoud, maar toen Lennon anderhalf was stopte de toelage: Fred had het schip verlaten en was spoorloos verdwenen. Hiermee was het huwelijk voorbij, hoewel de scheiding pas een jaar later werd uitgesproken.[4] Na 1942 verdween Fred uit haar leven en de vier zusters van Julia hielpen met het verzorgen van de baby. Toen Julia enkele jaren later een andere man leerde kennen, namen zijn kinderloze tante Mimi en haar man George Smith Lennon op in hun boerderij in de voorstad Woolton, een plattelandsdorpje vijf kilometer ten noordoosten van Liverpool.[5] Toen Lennon vier was, moet zijn vader hem bij Mimi hebben opgehaald en mee hebben genomen naar Blackpool, vanwaar hij en de jongen naar Nieuw-Zeeland zouden gaan. Julia kon dit verhinderen, waarna Lennon zijn vader twintig jaar niet meer zou zien.[6]

Mimi voedde Lennon op als haar zoon, ze was streng en duldde geen onzin. Zij strafte hem, indien nodig, door hem te negeren, wat hij vreselijk vond. Haar man was geneigd Lennon te verwennen en gaf hem zijn eerste mondharmonica.[7]

Vanaf vierjarige leeftijd doorliep Lennon de Dovedale Primary School, vlak bij Penny Lane, waar hij een voorliefde ontwikkelde voor sport, lezen en schrijven, alsmede tekenen: als zevenjarige schreef hij een soort boeken met tekeningen en spotprenten.[8] Met de hulp van George kon hij binnen vijf maanden al schrijven, al hanteerde hij wel een eigenzinnige spelling. De bovenmeester vond hem erg slim: 'Hij kan alles, als hij zelf maar kan bepalen wat hij doet. Hij wil geen stereotiepe dingen doen.'[9] Vanaf zijn twaalfde bezocht hij de Quarry Bank Grammar School. Gedurende zijn eerste jaar daar overleed zijn oom George onverwacht aan een inwendige bloeding.[10]

Na het eerste jaar werd Lennon onhandelbaarder en gingen zijn schoolprestaties achteruit. Zijn schoolvriend Pete Shotton herinnerde zich dat Lennon eenmaal voor de godsdienstles van kartonnetjes priesterboordjes had gemaakt voor de hele klas. De bewaard gebleven lijst van misdragingen vermeldt onbeleefdheid, spijbelen, niet melden bij de administratie en gokken. Zijn schoolschriften krabbelde hij vol met cartoons, spotprenten van de leraren, gedichten en woordspelletjes.[11]

Op 15 juli 1958 werd Lennons moeder Julia bij het oversteken van Menlove Avenue doodgereden door een politieman die op dat moment geen dienst had.[12]

Lennon is een markant figuur in de popmuziek gebleken. Toen The Beatles in het midden van de jaren zestig besloten zich meer uit te spreken over maatschappelijke vraagstukken en de gebeurtenissen in de wereld (bijvoorbeeld de Vietnamoorlog), tegen de wens van manager Brian Epstein in, ontwikkelde Lennon zich tot een spreekbuis van een generatie.

John Lennon veroorzaakte een internationale rel en een boycot van The Beatles door een interview met de Evening Standard. “The Beatles zijn populairder dan Jezus Christus”, beweerde hij, wat hem niet alleen kwam te staan op een platenboycot in de VS, maar ook op een etherboycot door de NCRV. In november 2008 werd hem deze bewering officieel vergeven door het Vaticaan.[13]

Lennon kwam meer en meer onder invloed van de avant-garde-kunstenares Yoko Ono. Hij verliet zijn toenmalige vrouw Cynthia Powell en trouwde in maart 1969 met Ono.

Onder invloed van Ono werd Lennon radicaler. Toen hij aan Paul zijn nieuwe liedjes voor The White Album liet horen, vond McCartney die “rauw, weinig melodieus en opzettelijk uitdagend.”[14] Hij nam bijvoorbeeld in 1968 Revolution met The Beatles op. De harde singleversie (de B-kant van Hey Jude) is al duidelijk uitgesproken, maar in de zachtere elpeeversie op The White Album (die eerder was opgenomen) toonde hij zijn twijfel over de richting waarin hij ging. “We all want to change the world/but when you talk about destruction/don't you know that you can count me out” waarbij in het nummer het laatste woord veranderde in in. In november van dat jaar gaven John en Yoko (ze zagen zich als een eenheid) de elpee Two Virgins uit met een naaktfoto als hoes. De muziek werd steeds obscuurder. The White Album bevat al een ontoegankelijke geluidscollage van Lennons hand (Revolution 9); The Wedding Album (1969) bevat opnames van hun hartslagen met om en om hun voornamen geschreeuwd; Life with the Lions (1969) bevatte opnames van alleen maar stilte.

Toen The Beatles langzaam ophielden te bestaan, ging Lennon alleen verder en sprak hij zich nog meer uit. In maart 1969 bleven John en Yoko bij wijze van huwelijksreis een week lang (van 25 maart tot en met 31 maart) in bed in kamer 702 in het Amsterdamse Hilton Hotel (de Bed-In), zij wilden hiermee wereldvrede promoten en protesteren tegen de oorlog in Vietnam. De beelden haalden voorpagina's van kranten over de hele wereld.

In juli 1969 werd de anti-oorlogsmantra Give Peace a Chance uitgebracht, die opgenomen is tijdens hun tweede Bed-In (volgens sommigen hun derde, na een mislukte Bed-In op de Bahama's) in het Queen Elizabeth Hotel in Montreal (Canada). In oktober bracht John met de Plastic Ono Band de klassieker Cold Turkey uit nadat de overige Beatles lieten weten niet geïnteresseerd te zijn in de song, en in november stuurde hij zijn MBE-medaille (Lid in de Orde van het Britse Rijk) terug uit protest tegen de oorlog in Biafra. In december verscheen Live Peace in Toronto, een in Canada opgenomen live-album met Eric Clapton op gitaar. De muziek, waarvoor de repetities plaatsvonden in het vliegtuig naar Canada, bestaat uit een mix van oude rock-'n-rollcovers en recente nummers van Lennon. In februari 1970 schoor Lennon zijn lange haren af en bracht Instant Karma! uit.

Nadat The Beatles in april 1970 definitief uit elkaar waren gegaan, ging Lennon door op de weg die hij al met hen was ingeslagen. In het klassieke album John Lennon/Album Plastic Ono Band, was Lennon op zoek naar zichzelf in plaats van naar John in The Beatles. In die tijd was hij daarvoor in therapie bij de Amerikaanse psycholoog Arthur Janov, die meende dat opgebouwde frustraties konden worden bevrijd door schreeuwen: de 'oerschreeuw'. In Mother schreeuwt Lennon dan ook om het verlies van zijn moeder. In God verklaart hij uiteindelijk “I don't believe in Beatles/I just believe in me/ Yoko and me/And that's reality/The dream is over.” Later, in 1971, bracht Lennon Imagine uit. Het gelijknamige album bereikte wereldwijd de top van de hitlijsten. Met de dood van Lennon negen jaar later werd dit album opnieuw erg populair.

In 1972 verscheen Lennon in de MDA Telethon gepresenteerd door acteur/komiek Jerry Lewis.

De volgende elpees gingen volgens vele critici in niveau achteruit. Het album Mind Games (1973), dat aan het begin van Lennons "lost weekend" (een periode waarin hij gescheiden was van Ono en samenleefde met zijn assistente May Pang) was opgenomen, verkocht slechts matig en de titeltrack bereikte met moeite de top 20 in de VS en strandde op plaats 26 in het VK. Het daaropvolgende album Walls and Bridges (1974) leverde hem zijn enige nummer 1-hit op tijdens zijn leven: Whatever Gets You Thru the Night, een duet met Elton John (een goede vriend van Lennon). John Lennon en Elton John zongen het lied live in Madison Square Garden, samen met Lucy in the Sky with Diamonds en I Saw Her Standing There. Dit optreden, tevens het laatste liveoptreden van Lennon, belandde op Eltons live-album Here and There.

In 1975 bracht Lennon nog Rock and Roll uit, een verzameling rock-'n-roll-nummers. Op dit album werden twee nummers opgenomen van Big Seven Music Corp, als genoegdoening dat Come Together uit 1969 wel erg veel leek op het nummer You Can't Catch me van Chuck Berry.

John Lennons appartement in New York

In het begin van de jaren zeventig besloten John en Yoko zich te vestigen in New York en ze vroegen een verblijfsvergunning aan. Ze kwamen in aanvaring met de regering-Nixon die Lennon als een politiek gevaar beschouwde en hem liet schaduwen door de geheime dienst. Een jarenlange juridische strijd volgde. Nadat Nixon in 1974 wegens het Watergateschandaal het veld moest ruimen, werd Lennon in 1976 definitief een Green Card toegekend.

In 1975 schreef Lennon nog, met David Bowie, het nummer Fame. Hierna kwam hij terug bij Ono en trok hij zich terug om zich te richten op de opvoeding van zijn zoon Sean. Hij schreef nog wel wat songs en maakte enkele demo's, maar nam niet actief nieuwe nummers op. Samen met Yoko maakte hij verre reizen en nam hij de tijd om zijn kapitaal verstandig te beleggen. Hij leerde ook zeilen, iets wat hij altijd al had willen doen.

In 1979 kondigde Lennon echter aan weer een plaat te willen maken. Die verscheen in het najaar van 1980. Het album, Double Fantasy, deed aanvankelijk weinig. Critici verwachtten een Lennon zoals ze zich die herinnerden en die hoorden ze niet, ook al omdat Lennon had aangekondigd weer de straat te willen opgaan om te demonstreren. De plaat toont echter een Lennon die zijn wilde haren is kwijtgeraakt, die liedjes zingt over zijn liefde voor Yoko Ono (Dear Yoko, en Woman) en hun zoontje Sean (Beautiful Boy (Darling Boy)). Hij zong over hoe en waarom hij uit de muziekwereld stapte (Watching the Wheels). De titel van het album (Double Fantasy) had John gehaald bij de naam van een bloem die op de Bahama's groeit.

Laatste interviews

[bewerken | brontekst bewerken]

Begin december 1980 gaf Jonn Lennon een uitgebreid interview aan het blad Rolling Stone, dat een coverstory had moeten worden. Op vrijdag 5 december 1980 sprak hij meer dan negen uur met redacteur Jonathan Cott in zijn appartement aan de Upper West Side van New York en in de opnamestudio van Record Plant. Drie nachten erna zou Lennon worden vermoord, terwijl hij na een mengsessie thuiskwam. Dit interview was oorspronkelijk gepland als het coververhaal van het eerste nummer van het blad in 1981. Na de moord op Lennon schreef Cott in plaats daarvan een herdenkingsartikel voor Lennon en gebruikte hij uiteindelijk weinig van hun gesprekken. 30 jaar later publiceerde het blad eind 2019 alsnog de volledige tekst van wat het laatste grote interview van Lennon zou blijken te zijn geweest, afgenomen toen hij zich voorbereidde op zijn voorgenomen terugkeer in de schijnwerpers na zich vijf jaar te hebben teruggetrokken in zijn privéleven met zijn echtgenote Yoko en hun jonge zoon Sean.[15]

Op 8 december 1980 had hij zijn laatste interview samen met Yoko Ono, na een fotosessie met Annie Leibovitz die opnamen maakte voor de cover van het komende januari-nummer van het blad waarin het interview van Cott was gepland te verschijnen.[16][17]

Moordaanslag en overlijden

[bewerken | brontekst bewerken]
Ingang van het Dakota-gebouw waar Lennon op 8 december 1980 werd vermoord

In de middag van 8 december 1980 maakten de Lennons thuis in het Dakota-gebouw aan 72nd Street een reportage met fotograaf Annie Leibovitz. Dit zouden de laatste foto's worden waarop het paar samen te zien is. Later die dag gingen ze naar studio The Hit Factory om aan opnamen te werken. Bij het verlaten van het appartement signeerde Lennon een exemplaar van Double Fantasy voor Mark David Chapman, terwijl een andere fan een foto nam. Bij terugkeer werd Lennon om 22.50 uur voor zijn huis door Chapman neergeschoten met vier van de vijf kogels (één schot miste en de kogel ging door een ruit van het gebouw) uit een .38 Charter Arms Special-revolver. Twee schoten raakten hem in de rug, waardoor hij omdraaide, de andere twee troffen zijn linkerschouder. Omdat Lennon hevig bloedde, wachtten gearriveerde politieagenten niet op een ambulance, maar ze brachten hem in een politieauto naar het Mt. Sinai West Hospital. Hoewel nog een bloedtransfusie werd geprobeerd, overleed hij enkele minuten na aankomst. Om 23.07 uur werd hij doodverklaard; omstreeks 23.15 uur werd zijn vrouw hiervan in kennis gesteld.[18] John Lennon werd op 10 december gecremeerd in Ferncliff Crematory in Ardsley, New York.

Paul McCartney reageerde aanvankelijk door thuis de telefoon van de haak te leggen en zich zodoende onbereikbaar te houden. Later verklaarde hij: “Ik kan het nu nog niet verwerken. John was een geweldige kerel. Hij zal door de hele wereld worden gemist, maar in de herinnering blijven voortleven wegens zijn kunst, muziek en bijdragen tot de wereldvrede.”[19]

Yoko Ono heeft Lennons as uitgestrooid in Central Park, waar later het Strawberry Fields memorial is aangelegd.

Het Imagine-mozaïek van de Strawberry Fields Memorial in Central Park

Na de moord op Lennon steeg Double Fantasy wereldwijd naar de top van de verkooplijsten. Twee singles van het album, (Just Like) Starting Over en Woman, werden grote hits, evenals het oudere Imagine. Van Johns soloplaten werden, enkel en alleen al in de Verenigde Staten, 14 miljoen exemplaren verkocht. De moord op Lennon bracht geruchten op gang dat deze het werk was van de Amerikaanse overheid die beducht zou zijn voor de invloed die Lennon nog zou hebben op het publiek.

Na de moord verschenen nog oude opnamen van Lennon. In 1984 onder meer Nobody told me van het album Milk and Honey en in 1992 Instant Karma! ter gelegenheid van een reclamecommercial voor Nike-sportschoenen.

In 2007 werd de film Chapter 27, over de moord op Lennon vanuit het oogpunt van de moordenaar, uitgebracht. Lennon-fans protesteerden tegen deze film, omdat ze bang waren dat Chapman de wereld in zou gaan als een held. De film had geen succes.

In 2009 verscheen de film Nowhere Boy, die beschrijft hoe Lennon The Quarrymen oprichtte. Ook laat de film zien hoe Lennon werd verscheurd door enerzijds de loyaliteit aan zijn tante, bij wie hij sinds zijn vijfde levensjaar in huis woonde, en anderzijds liefde voor zijn labiele moeder.

Julian en Sean Lennon, de zonen van John, hebben met wisselend succes een muzikale carrière, die echter volledig wordt overschaduwd door de artistieke erfenis van hun vader. Zij kregen overigens weinig persoonlijke steun van hem. Toen Julian, een zoon van Lennons eerste vrouw Cynthia Powell, een kleine jongen was, verliet John zijn moeder om niet terug te keren. Sean, een zoon uit Lennons huwelijk met Yoko Ono, was vijf jaar oud toen John werd vermoord.

Beeld van John Lennon in de ontvangsthal van John Lennon Airport in Liverpool
  • Straatkunst afbeelding van Lennon op de John Lennon Muur in Praag.
    In Central Park, tegenover het appartement van Lennon en Yoko Ono, werd later een herdenkingsmonument opgericht: het Strawberry Fields memorial.
  • In Havana, Cuba, staat een standbeeld van Lennon.
  • In 2002 werd het vliegveld van Liverpool hernoemd tot Liverpool John Lennon Airport.
  • John Lennon verbleef tijdens vakanties in zijn jeugd in Sangomore, een kleine plaats bij Durness in Schotland bij zijn tante Elisabeth Parkes, een zuster van zijn moeder. Daar is een John Lennon Memorial opgericht. Zijn tante ligt begraven op het kerkhof van Balnakeil Church. Een stuk in de tekst van zijn lied In My Life verwijst naar die tijd. In 1969 bezocht hij deze streek voor het laatst, in gezelschap van Yoko Ono.
  • In San José (Costa Rica) werd in november 2011 een nieuw standbeeld ingehuldigd voor John.
  • Tijdens de slotceremonie van de Olympische Spelen in Londen op 12 augustus 2012 werd het lied Imagine gebracht. Lennon zong het met een oude videopresentatie die speciaal voor deze gelegenheid was vrijgegeven uit een privéarchief.
  • In Almería staat een standbeeld van Lennon. Hij heeft hier in de zomer van 1966 het lied Strawberry Fields Forever geschreven.
  • In Praag staat the Lennon Wall
Zie ook de discografie in het artikel The Beatles.
Album met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Album Top 100 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Unfinished music No. 1 - Two virgins 29-11-1968 - met Yoko Ono /
Experimenteel album
Unfinished music No. 2 - Life with the lions 09-05-1969 - met Yoko Ono /
Experimenteel album
Wedding album 07-11-1969 - met Yoko Ono /
Experimenteel album
Live Peace in Toronto 12-12-1969 - Livealbum
John Lennon/Plastic Ono Band 11-12-1970 03-02-1971 1(9wk) 26 met Plastic Ono Band
Imagine 09-09-1971 30-10-1971 1(3wk) 35
Some time in New York City 12-06-1972 - met Yoko Ono
Mind games 16-11-1973 01-12-1973 12 5
Walls and bridges 04-10-1974 19-10-1974 12 8
Rock 'n' roll 21-02-1975 08-03-1975 19 8
Shaved fish 24-10-1975 29-11-1975 3 20 als Lennon / met Plastic Ono Band /
Verzamelalbum
Double fantasy 17-11-1980 29-11-1980 5 21 met Yoko Ono
Milk and honey 27-01-1984 04-02-1984 9 8 met Yoko Ono
The John Lennon collection 01-11-1982 08-08-1992 33 9 Verzamelalbum
Live in New York City 10-02-1986 - Livealbum
Menlove ave. 03-11-1986 - Verzamelalbum
Imagine: John Lennon 10-10-1988 - Soundtrack
Lennon 30-10-1990 - Verzamelalbum
Lennon Legend - The very best of John Lennon 27-10-1997 20-12-1997 76 8 Verzamelalbum
John Lennon anthology 02-11-1998 - Verzamelalbum
Wonsaponatime 02-11-1998 - Verzamelalbum
Instant karma: All-time greatest hits 01-02-2002 - Verzamelalbum
Acoustic 01-11-2004 - Verzamelalbum
Peace, love & truth 04-08-2005 - Verzamelalbum
Working class hero - The definitive Lennon 03-10-2005 15-10-2005 52 11 Verzamelalbum
The U.S. vs. John Lennon 25-09-2006 - Verzamelalbum
Remember 2006 - Verzamelalbum
Gimme some truth 01-10-2010 - Verzamelbox
Yes - Signature box 01-10-2010 09-10-2010 88 1 Verzamelbox
Power to the people - The hits 01-10-2010 09-10-2010 64 5 Verzamelalbum
Album met hitnotering(en) in de Vlaamse Ultratop 200 albums Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Lennon Legend - The very best of John Lennon 1997 20-12-2003 94 2 Verzamelalbum
Working class hero - The definitive Lennon 2005 15-10-2005 31 18 Verzamelalbum
Power to the people - The hits 2010 09-10-2010 27 16 Verzamelalbum
Yes - Signature box 2010 16-10-2010 93 1 Verzamelbox
Gimme some truth 2010 16-10-2010 87 1 Verzamelbox
Single met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Top 40 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Give peace a chance 04-07-1969 19-07-1969 1(2wk) 9 als Plastic Ono Band /
Nr. 1 in de Single Top 100
Cold turkey 24-10-1969 06-12-1969 39 2 als Plastic Ono Band
Instant karma! 06-02-1970 07-03-1970 9 7 als Lennon /
Nr. 7 in de Single Top 100
Mother 1971 13-02-1971 8 6 Nr. 10 in de Single Top 100 / Alarmschijf
Power to the people 1971 10-04-1971 7 6 met Plastic Ono Band /
Nr. 4 in de Single Top 100 / Alarmschijf
Imagine 1971 06-11-1971 6 10 met Plastic Ono Band /
Nr. 5 in de Single Top 100 / Alarmschijf
Woman is the nigger of the world 1972 21-10-1972 24 5 met Plastic Ono Band &
Elephant's Memory and The Invisible Strings /
Nr. 21 in de Single Top 100
Happy Xmas (War is over) 1972 23-12-1972 6 7 als John & Yoko / met The Plastic Ono Band &
The Harlem Community Choir /
Nr. 7 in de Single Top 100 / Alarmschijf
Mind games 1973 08-12-1973 15 6 Nr. 16 in de Single Top 100
Whatever gets you thru' the night 1974 02-11-1974 25 4 met The Plastic Ono Nuclear Band /
Nr. 21 in de Single Top 100
#9 Dream 1975 08-02-1975 33 2
(Just like) Starting over 1980 22-11-1980 8 12 Nr. 14 in de Single Top 100
Happy Xmas (War is over) 1980 03-01-1981 6 5 als John & Yoko / met The Plastic Ono Band &
The Harlem Community Choir /
Nr. 2 in de Single Top 100 / Alarmschijf
Imagine 1981 07-02-1981 5 8 met Plastic Ono Band /
Nr. 5 in de Single Top 100
Woman 1981 14-03-1981 21 5 Nr. 11 in de Single Top 100
Nobody told me 1984 21-01-1984 16 6 Nr. 13 in de Single Top 100
Instant karma! 1992 11-07-1992 12 7 als Lennon /
Nr. 10 in de Single Top 100
Imagine 1989 - met Plastic Ono Band /
Nr. 83 in de Single Top 100
Imagine 1999 - met Plastic Ono Band /
Nr. 56 in de Single Top 100
Happy Xmas (War is over) 2003 - als John & Yoko / met The Plastic Ono Band &
The Harlem Community Choir /
Nr. 78 in de Single Top 100
Working class hero 2007 - met The Plastic Ono Band /
Nr. 98 in de Single Top 100
Imagine 2007 - met Plastic Ono Band /
Nr. 37 in de Single Top 100
Happy Xmas (War is over) 2008 - als John & Yoko / met The Plastic Ono Band &
The Harlem Community Choir /
Nr. 53 in de Single Top 100
Happy Xmas (War is over) 2009 - als John & Yoko / met The Plastic Ono Band &
The Harlem Community Choir /
Nr. 74 in de Single Top 100
Happy Xmas (War is over) 2010 - als John & Yoko / met The Plastic Ono Band &
The Harlem Community Choir /
Nr. 60 in de Single Top 100
Happy Xmas (War is over) 2011 - als John & Yoko / met The Plastic Ono Band &
The Harlem Community Choir /
Nr. 84 in de Single Top 100
Single met hitnotering(en) in de Vlaamse Ultratop 50 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Give peace a chance 1969 09-08-1969 3 7
Instant karma! 1970 04-04-1970 4 16 als Lennon /
Nr. 10 in de Radio 2 Top 30
Mother 1971 20-02-1971 16 6 Nr. 12 in de Radio 2 Top 30
Power to the people 1971 03-04-1971 9 7 met Plastic Ono Band /
Nr. 6 in de Radio 2 Top 30
Imagine 1971 20-11-1971 6 15 met Plastic Ono Band /
Nr. 9 in de Radio 2 Top 30
Woman is the nigger of the world 1972 14-10-1972 20 6 met Plastic Ono Band &
Elephant's Memory and The Invisible Strings /
Nr. 12 in de Radio 2 Top 30
Happy Xmas (War is over) 1972 30-12-1972 4 15 als John & Yoko / met The Plastic Ono Band &
The Harlem Community Choir /
Nr. 3 in de Radio 2 Top 30
(Just like) Starting over 1980 15-11-1980 6 14 Nr. 4 in de Radio 2 Top 30
Happy Xmas (War is over) 1981 - als John & Yoko / met The Plastic Ono Band &
The Harlem Community Choir /
Nr. 8 in de Radio 2 Top 30
Woman 1981 14-02-1981 25 6 Nr. 1 in de Radio 2 Top 30
Nobody told me 1984 28-01-1984 9 7 Nr. 9 in de Radio 2 Top 30
Instant karma! 1992 - als Lennon /
Nr. 18 in de Radio 2 Top 30

Radio 2 Top 2000

[bewerken | brontekst bewerken]
Nummer(s) met noteringen in de NPO Radio 2 Top 2000 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '12 '13 '14 '15 '16 '17 '18 '19 '20 '21 '22 '23
Give peace a chance (als Plastic Ono Band) 853 1603 1543 1467 1580 1699 - 1679 - 1971 - - - - - - 1025 - - - - - - - -
Happy Xmas (War is over) (als John & Yoko & The Plastic Ono Band & The Harlem Community Choir) 412 589 1088 1082 1108 1304 1675 1663 1959 1526 1757 1509 1513 1639 1904 - 1649 - - - 1965 - - - -
Imagine (met Plastic Ono Band) 7 7 11 11 13 9 15 15 41 15 41 26 28 22 23 38 1 12 16 16 29 26 34 52 33
Instant karma! (als Lennon) - 1383 1626 - 1738 1678 - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Jealous guy - - - - - - 1331 933 1446 1638 1280 1238 1352 1081 1377 1862 - - - - - - - - -
Mother 1189 1513 1328 1675 1584 1540 1657 1704 - 1851 - 1914 - - - - - - - - - - - - -
Woman 707 908 667 872 725 930 892 898 1172 904 1276 988 1034 1350 1427 1586 1757 1918 1936 - - - - - -
Working class hero (met The Plastic Ono Band) 563 547 559 624 638 596 557 486 700 572 683 600 621 625 659 917 950 1190 1351 1437 1623 1701 1967 - -
  • Imagine (1988)
  • Lennon Legend (1997)
  • Gimme Some Truth (2000)
  • The Mike Douglas Show with John Lennon & Yoko Ono (2002)
  • Give Peace a Chance (2002)
  • The Messenger (2002)
  • Sweet Toronto (2002)
  • Year of Peace (2003)
  • LENNON LEGEND the very best of john lennon (2003)
  • The Dick Cavett Show:John & Yoko Collection (2005)
  • Remembering John&Yoko (2005)
  • Killing a Beatle (2005)
  • The U.S. vs. John Lennon (2006)
  • Chapter 27 (2007)
  • Lennon Legend (Limited Edition) (2007)
  • Nowhere Boy (2009)
  • Naked Lennon (2010)
Dvd's met hitnoteringen in
de DVD Top 30
Datum van
verschijnen'
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Lennon legend - The very best of John Lennon 2003 22-11-2003 27 1
[bewerken | brontekst bewerken]
Op andere Wikimedia-projecten